De eigenaren van de Stratense koren- en boekweit windmolen, en Jan Schepens, de pachter, laten op 25 juni 1774 de molen taxeren door Hendrik Verhees junior, wonende te Boxtel, Peter van Geldrop, wonende te Mierlo, en Eijmbert van Berendonk, wonende te Oirschot, molenmeesters en timmerlieden.
De taxatie luidt als volgt:
- Eerstelijk de buitenborst met haar twee roeden, bouten en banden en verder ijzerwerk met al zijn toebehoren getaxeerd op 52 gulden
- De binnenborst met haar twee roeden, bouten en banden en verder ijzerwerk met al zijn toebehoren getaxeerd op 80 gulden
- De kammen, rutsels en staven van de voormolen met zijn ijzerwerk getaxeerd op 28 gulden
- De kammen, rutsels en staven van de achtermolen met zijn ijzerwerk getaxeerd op 13 gulden 10 stuivers
- Het groot ijzerwerk van de voormolen, als hals, rein, pan en staakijzer getaxeerd op 60 gulden 5 stuivers
- Het ijzerwerk van de achtermolen als hals, rein, pan en staakijzer getaxeerd op 66 gulden 5 stuivers
- Het luy asken en luy raijken getaxeerd op 11 gulden 10 stuivers
- De binnen en buiten repen steenreep en clamandel reep getaxeerd op 181 gulden, moeten in het vervolg de binnen en buitenreep niet meer getaxeerd worden als behorende aan den nieuwen mulder
- Vijf billen met de handboorn en vonder hamer, breekijzer en handhamer getaxeerd op 4 gulden 10 stuivers
Ook de molenstenen worden getaxeerd: van de rogmolen: een en een achtste duim tegen vijftien gulden de duim bedraagt 16 gulden 17 stuivers 8 penningen, van de boekweitmolen: een halve duim a zes gulden de duim bedraagt 6 gulden, alles gerekend naar de Bossche maat van elf duim in de voet.
Hendrik Verhees (1744-1813) is de bekende landmeter, bouwmeester en volksvertegenwoordiger uit Boxtel. In 1774 is hij nog maar 29 jaar oud