Op maandag 14 november 1825 doet Maria Lamert Adriaens, spinster, bij de Burgerlijke Stand van Boekel aangifte van de geboorte van Adriaan, de onwettige zoon van Johanna Peter Wilms, spinster, oud 25 jaren, wonende te Boekel. Adriaan is op dezelfde dag om vier uur des namiddags geboren. Als Adriaan in 1855 trouwt leeft zijn moeder nog. Evert van Dalen, schaapherder, en Peter van Dalen, zonder beroep, zijn zijn getuigen.
Johanna Wilms heeft een bedenkelijke reputatie: na Adriaan bevalt ze nog tweemaal van een onwettig kind: in 1830 van Peter, en in 1833 van Antonius. Nergens wordt de naam van de vader(s) genoemd.
Rond 1840 woont Johanna met haar drie kinderen bij haar moeder, Geertrui Geerts, de weduwe van Peter Willem van Dalen. Haar familienaam is dus van Dalen! Toch worden zij en haar kinderen in de Burgerlijke Stand steeds Wilms genoemd, naar het patroniem van haar vader. Evert en Peter van Dalen, de getuigen bij het huwelijk van Adriaan, zijn haar broers. Een andere broer, Adriaan, heet weer Willems.
Als Johanna op 9 december 1879 overlijdt heet ze: van Dalen.
De vader van Johanna, Peter Wilms alias van Dalen, is arm. In het bevolkingsregister van 1810 staat bij zijn beroep: arbeider, zonder bestaan. Zijn vrouw is dan bedelares.