Op 30 april 2013 werd koning Willem-Alexander ingehuldigd als koning der Nederlanden. Terwijl wij bij vorsten vooral denken aan de koningen en koninginnen uit onze tijd hadden onze voorouders een paar eeuwen geleden veel meer te maken met hun ‘plaatselijke’ vorst, de heren en vrouwen van heerlijkheden en domeinen.
Heerlijkheid is een begrip die teruggaat op het feodale of leenstelsel. In het begin van de middeleeuwen was er slechts een zwak staatsgezag: de hoogste vorst in rang, de leenheer, was afhankelijk van zijn leenmannen, die in ruil voor bepaalde rechten in een gebied (dominium) diensten leverden aan de vorst. Van de elfde tot de dertiende eeuw waren leenmannen nog afkomstig uit de adel en de ridderschap. Aan het einde van de middeleeuwen worden heerlijkheden vooral lucratieve bezittingen voor de gegoede stand, en kopen rijke burgers steeds meer heerlijkheden op als beleggingsobject.
De lezing schetst de verhoudingen tussen heren en hun onderdanen ten tijde van de republiek der Verenigde Nederlanden. Het vertelt hoe nieuwe heren feestelijk werden ingehaald, maar ook over de willekeur waarmee ze hun heerlijkheid bestuurden. Over de relatie van heren met schout en schepenen, over rentmeesters die zichzelf schaamteloos verrijkten. En hoe katholieke heren ook na de gewijzigde religieuze verhoudingen in hun rechten bleven gehandhaafd. Maar vooral over hoe gewone mensen daar in hun dagelijks leven mee te maken hadden.